De lichaamstaal van je puppy, wat zegt het eigenlijk?
Honden praten niet met woorden, maar met hun lichaamstaal. Ze gebruiken hun ogen, oren, bek en staart om te laten zien hoe ze zich voelen. Door goed te kijken naar je puppy, leer je zijn emoties begrijpen en wordt jullie band alleen maar sterker.
Groot of klein maken
- Stoer of agressief: rechtop staan, borst vooruit, oren en staart omhoog, haren overeind en soms grommen.
- Onderdanig: hurken, laag kwispelen, op de rug rollen of likken aan jouw hand of gezicht.
De staart spreekt boekdelen
- Vrolijk: losse kwispel of uitbundig heen en weer.
- Bang: strak naar beneden of laag en stijf kwispelen.
- Boos: langzaam, stijf bewegen.
- Alert/nieuwsgierig: hoger dan normaal omhoog.
Ogen en oren
- Halfgesloten ogen: ontspanning of onderdanigheid.
- Wijdopen ogen: spanning of agressie.
- Oren rechtop: alert en oplettend.
- Oren plat: plezier óf angst (let op de rest van de lichaamstaal).
Bek en gezicht
- Grijns: vaak een teken van vriendelijkheid, vooral bij rassen zoals labradors.
- Tanden ontbloten: pas op – dit betekent agressie.
Zin in spelen!
Je puppy daagt je uit door te blaffen, een speelse buiging te maken of een speeltje te brengen. Zo weet je dat het tijd is voor fun!
Jouw eigen houding is minstens zo belangrijk. Spreid je armen en buk een beetje → je hond voelt zich welkom. Ga je dreigend boven hem staan of staar je hem aan, dan kan hij dat als bedreigend ervaren.
Kortom: je puppy spreekt een duidelijke taal – je hoeft alleen maar te leren kijken. Begrijp je zijn signalen beter, dan groeien jullie uit tot een écht hecht team.