Janken, blaffen, onzindelijkheid of dingen kapotmaken. Word je op deze manier begroet als je thuiskomt? Dan heeft je hond mogelijk last van verlatingsangst. Dit ontstaat vaak doordat honden overafhankelijk zijn van hun baasje, bijvoorbeeld als ze als puppy te vroeg bij hun moeder zijn weggehaald, ooit zijn achtergelaten, of door hun temperament.
Honden met verlatingsangst reageren vaak destructief als ze alleen worden gelaten. Je gaat bijvoorbeeld even boodschappen doen en komt terug in een huis waar de vuilniszakken zijn leeggehaald, een kussen is verscheurd of je hond in de gang heeft geplast. Dit gedrag komt voort uit angst en niet uit koppigheid.
Honden met verlatingsangst vertonen vaak deze gedragingen:
Bij thuiskomst begroeten ze je meestal met een overdreven enthousiasme.
Straffen is geen oplossing bij verlatingsangst. Honden kunnen geen verband leggen tussen hun gedrag en de straf, zeker niet als deze pas na enige tijd volgt. Hun "schuldige" houding (zoals een staart tussen de benen of op de rug liggen) is geen schuldgevoel, maar onderdanigheid. Straffen pakt de oorzaak van hun angst niet aan en kan het probleem zelfs verergeren.
De sleutel is om je hond te leren omgaan met jouw afwezigheid:
Blijft het probleem bestaan, overleg dan met je dierenarts. Deze kan vaststellen of er een medische oorzaak is of je doorverwijzen naar een gedragsspecialist.
Met geduld en de juiste aanpak kun je je hond leren omgaan met jouw afwezigheid en zijn verlatingsangst verminderen.